Het zijn net mensen (artikel van leraar Bertus Meijer)

Soms lees je een column en word je ontroerd en overmand door herkenning. Ik had dat onlangs bij het al wat oudere stuk ‘De tirannie van de extraverten‘ door Marit de Roij. Zij schrijft over haar leven als introvert student en het overleven in eeen wereld met energizers, ludiek bedoelde workshops, activerende werkvormen en werkgroepen vol lawaaiige extraverten.

Het probleem is echter dat introverten helemaal niet kúnnen veranderen. Ze zijn gevoeliger voor dopamine en voelen hun batterij al snel leeglopen bij te veel sociale activiteiten. Hoezeer ze zich ook proberen aan te passen, ze zullen altijd introvert blijven.’

Aan het eind van de column vraagt ze om mededogen. Ik ben de fase van die vraag om mededogen na jaren aanpassen en mezelf wegcijferen inmiddels voorbij. Ik wil geen mededogen. Men moet maar begrijpen dat ik anders in elkaar steek en daar rekening mee houden. Net zoals ik dat al jaren andersom doe. Het is ontmoedigend als de grootste monden, die het hardst schreeuwen er doorgaans met debuit vandoorgaan. Terwijl je zelf ook goede ideeën hebt en dus nog op een rijtje aan het zetten bent alvorens de hindernis te nemen die voor het voetlicht te brengen.

Ik doe derhalve ook een oproep aan schooldirecteuren eens te kijken en luisteren naar de stille mensen. Ze zijn er ook in uw team en kunnen vaak een relevante inbreng hebben. Ga eens na wie de mensen zijn met de grootste vinger in de pap. Zijn dat niet vaak de extraverte roepers? Hebben ze echt ook de beste inbreng? Pas de manier waarop beslissingen worden genomen aan, zodat iedereen gelijke kansen heeft om zijn visie te laten horen en zien. Daar is op veel scholen nog wel winst in te halen.

Een gevoelige snaar

Toen ik op sociale media bovenstaande column deelde, reageerde het gros vol herkenning. Een gevoelige snaar was blijkbaar geraakt. Uiteraard werd er weer geroepen dat een en andere generaliserend, polariserend en kwetsend was en dat ze het niet herkennen (men weet dan niet precies wat een column is). Dat waren de extraverten dus. Ik hoorde bij het lezen van deze reacties in gedachte een wat schreeuwerige stem gelardeerd met grote armgebaren en theatrale gezichtsuitdrukkingen. De grappigste reactie was dat introverten maar moeten zeggen dat ze zo zijn, want ‘we kunnen het niet ruiken’. Het onbegrip over hoe introverten in elkaar zitten in een enkele zin samengevat. Dat los van het feit dat ik pas op mijn 57e erachter kwam hoe het met mij zat. Pas na die column.

Ik werd gewezen op de boeken ‘Stil‘ en ‘Stille kracht‘ van Susan Cain. In deze boeken lees ik dat uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1/3 van de mensen introvert is. Hier horen ook kinderen bij. Daar kom ik later op terug. Introverte mensen geven de voorkeur aan luisteren boven praten. In de extraverte wereld hebben ze het moeilijk, omdat ze vaak goede ideeën hebben maar deze niet willen pitchen.

Het gevolg is dat de introverten vaak onderschat worden. Ze wekken de indruk dat ze meelopen en over zich heen laten lopen. Veel introverte mensen maken zichzelf nog meer onzichtbaar door zich constant aan te passen aan de ‘anderen’. Tot er een breekpunt komt. ‘Het is logisch dat zo veel introverte mensen zich zelfs voor zichzelf verstoppen. We leven met een waardensysteem dat ik het extraverte ideaal noem: het alom heersende geloof dat de ideale mens een dominant gezelschapsdier is dat zich thuis voelt in de schijnwerpers.’
Snelle praters worden competenter, intelligenter en aardiger gevonden dan langzame sprekers. Wat ze zeggen is daarin zelfs minder van belang.

Introverte kinderen

Ook kinderen kunnen dus introvert zijn. Ik schreef daar de column ‘Is ons leuk wel hun leuk?’ over. Ik hoorde als kind vaak dat ik uit mijn schulp moest kruipen. Het prettig voelen in die beschermde omhulling was blijkbaar onmogelijk. Ik deed het… en voelde me doodongelukkig. En men was blij, want ik voldeed aan de norm.

En ook later voldeed ik aan zaken die ver van mij afstonden:

  • Een boom nadoen op een of andere pedagogische academie studiebijeenkomst
  • Onverwacht leuk doen op een schoolkamp
  • Energizers en andere ellende op workshops

Voor een introvert is zeggen dat je niet meedoet een te grote hindernis en de extraverten hebben geen idee van de gedachten die introverten (Susan Cain noemt ze ‘Denkers’) hebben. Marit de Roij noemt het ’tiranniek’. Een zwaar woord, maar vaak wel een waar woord.

In iedere klas zitten kinderen die zich doodongelukkig voelen bij massale onverwachte zaken die we soms organiseren. Ik denk dat ze deze coronaperiode blij zijn dat een boel van dit soort zaken niet doorgingen. Ik wel. Ik kom meer aan lesgeven toe. En deze kinderen durven het niet te zeggen. Maar als je goed kijkt, kun je het zien. Ze hebben het niet fijn. Paniek dreigt. Ze willen rust en regelmaat. Daarin gedijen ze.

Toen ik bovengenoemde column plaatste, was de reactie dat school ook leuk moest zijn. Een typisch extraverte reacties. Het is blijkbaar niet mogelijk om school leuk te maken zonder extraverte uitspanningen. En dat een derde van de kinderen dat bedreigend en eng vindt nemen we dan maar op de koop toe. Want het is goed als je je comfortzone verlaat. Waar dat goed is blijft vaak onduidelijk. Het woord tiranniek is dan wel op zijn plaats.

Maar een tandje minder kan geen kwaad. Leg de activiteiten op je school eens onder een vergrootglas. Het stapje terug scheelt veel. Denk aan: verloren lestijd, organiseren, geld (uren en materialen). Maar bovenal zullen alle kinderen gedijen. Is dat niet wat we willen? Of accepteren we tegen beter weten in dat sommige kinderen zich onprettig voelen? En roep nu niet dat ik van de school een leerfabriek wil maken. Dan heb je namelijk niets van deze column begrepen.

Uit het tijdschrift Vives, nummer 73

Lees ook 11 tips voor leerkrachten: omgaan met een introverte leerling
en de verhalen van Cindy (leerkracht basisschool) en Jasper (leraar voortgezet speciaal onderwijs)

Geef een reactie